Maak kennis met onze wijkverpleegkundigen Janneke en Marieke

Geplaatst op: donderdag 6 oktober 2022

Zeg je Janneke, dan zeg je ook Marieke. De twee werken in dezelfde wijk Ede-Zuid. Ze hebben elk een stuk van de wijk. ‘En we werken ook regelmatig samen bij dezelfde cliënt. Bijvoorbeeld als de zorg complex is en we elkaar dan kunnen aflossen.’

Ik haat plantjes
Janneke Oppelaar en Marieke Roozendaal-Hol zijn twee wijkverpleegkundigen die als zorgpartners hun wijk en hun cliënten bedienen. Allebei zijn ze 26 jaar en allebei deden ze na de havo de hbo-v-opleiding. En nee, ze zaten niet op dezelfde havo. Wel vlak in de buurt. Marieke: ‘Maar die andere havo die was stom. Dat zeiden ze daar ook van onze havo.’ Janneke: ‘Ik wist op de havo al dat ik later iets met mensen wilde doen. Schooljuf worden leek me wel wat. Maar het werd de zorg.’ Marieke: ‘Ik wist het niet zo. Fysiotherapie of biologie studeren. Dat gaat ook over de mens. Maar biologie gaat ook over plantjes en ik haat plantjes. Het werd ook bij mij dus de zorg.’

Vullen elkaar aan
‘Ik vind het interessant om me  te verdiepen in ziekteprocessen. Wij zijn als wijkverpleegkundigen geen dokters en kunnen niet iemand genezen, maar we kunnen mensen wel heel goed ondersteunen.’ En dat doen ze elk op hun manier: Janneke: ‘Ik ben vooral van het luisteren, praten en aandacht geven. Marieke is wat meer van het organiseren. Ze weet de financiën van de zorgverlening altijd goed te regelen en kent de weg naar de WMO-regelingen. Soms vind ik het jammer dat ik niet zo’n regelaar ben. Ik had laatst een gesprek met een cliënt en vroeg haar na afloop: kan ik nog iets voor u betekenen? Ze zei: ‘Dat heb je al gedaan: je wás er en je hebt geluisterd.’ Misschien zijn die verschillen tussen Marieke en mij juist wel goed, want daardoor vullen we elkaar aan.’

Elkaar bekwamer maken
Marieke: ‘Opella weet dat we als een goed team optrekken. Als je goed samenwerkt, heb je meer plezier in je werk en kun je er veel meer uithalen.’ Janneke: We bespreken elkaars casussen. ‘Wat zou jij in zo’n situatie doen?’, zeggen we dan.’ Ook in opleidingen en trainingen hebben ze elk hun eigen accenten. Janneke: ‘Ik ga binnenkort een cursus wondzorg doen.’ Marieke: ‘En ik ga me verder bekwamen in medisch-technisch handelen. En weet je wat nou zo leuk is? Na onze cursussen kunnen bij elkaar terecht over wat we net geleerd hebben. We kijken bij elkaar over de schouder en maken elkaar bekwamer in dit werk.’

Zonder leidinggevende
Marieke en Janneke zijn niet alleen collega’s maar ook vriendinnen. Janneke: ‘Marieke heeft net een kindje, dus we gaan niet zo snel de kroeg in, maar we drinken wel thee bij elkaar.’ En ook dan hebben ze het over hun werk. Hun partners horen het gelaten aan. Marieke: ‘Mijn man is zzp’er in  de bouw en is voor Feyenoord. Janneke: ‘Mijn vriend doet iets met finance en is voor Ajax.’ De mannen luisteren naar de verhalen van Janneke en Marieke. Janneke: ‘Maar echt begrijpen doen ze het niet.’ Marieke en Janneke willen de komende jaren graag in de wijkzorg van Opella blijven. Marieke: ‘Maar dan meer als een zelfsturend team, zonder leidinggevende.’ Janneke: ‘We willen dan ook meer preventief gaan werken. Huisartsen bezoeken bijvoorbeeld, zodat we zorg kunnen voorkomen. Opella steunt ons hierin.’

 

Benieuwd welke mogelijkheden Opella jou te als (zorg)professional te bieden heeft?